Semi-automatische vuurwapens
Tot dit punt in de geschiedenis begonnen de belangrijkste ontwikkelingen steeds bij een typisch infanteriewapen: het geweer. Het is illustratief voor de technologische complicaties die het gevolg waren van de introductie van het nieuwe kruit dat de volgende belangrijke ontwikkeling in de wapentechniek niet begon bij het infanteriegeweer maar aan de andere kant van het spectrum: bij het pistool.
Tegen 1890 was de revolver in grote lijnen uitontwikkeld en sindsdien zijn er geen dramatische vernieuwingen meer geweest. De nieuwe ontwikkeling was het semi-automatische pistool. Deze ontwikkeling ging hand in hand met de invoering van nieuwe patronen die speciaal voor het nieuwe kruit waren ontworpen: Er bestaan geen semi-automatische pistolen voor buskruit. Het eerste betrouwbare semi-automatische pistol werd in Duitsland gebouwd door Hugo Borchardt. Het ontwerp was gebaseerd op het Maxim machinegeweer en nogal groot en onhandig. Het gebruikte een flessehalspatroon geladen met nitrokruit en had een vergrendelingssysteem met kniemechanisme. De Borchardt was te groot om praktisch te zijn en werd al snel opgevolgd door zijn beroemdste kleinkind: Het Luger pistool.
Het eerste semi-automatische pistol dat in echt grote aantallen werd geproduceerd was de Mauser model 1896. Het was een veel beter en meer betrouwbaar ontwerp dan de Borchardt. In de Verenigde Staten ontwierp John M. Browning een vergrendelingssysteem met een kantelende loop, dat uiteindelijk resulteerde in een pistol dat door het leger van de USA werd ingevoerd onder de aanduiding “model 1911”. Dit wapen is nog steeds, in nagenoeg ongewijzigde vorm, in de hele wereld in gebruik.
Het eerste semi-automatische geweer dat in grotere aantallen werd geproduceerd, nota bene in kaliber .22 randvuur, kwam in 1903 van Winchester. Het was bestemd voor de civiele markt voor ongediertebestrijding, jacht en informele competitie. In 1905 kwam Winchester met een semi-automatisch geweer voor een, nog relatief zwakke, centraalvuurpatroon.
Madsen had in Denemarken al in 1896 een geweer geïntroduceerd voor een zware geweerpatroon maar het eerste geweer dat door militairen werd gevoerd was een Mexicaans ontwerp uit 1908 dat gebouwd werd in Zwitserland: De Mondragon. Dit wapen werd op beperkte schaal gebruikt in de Eerste Wereldoorlog als bewapening van vliegtuigen omdat het te delicaat was voor gebruik in de loopgraven. In het interbellum werd een aantal semi-automatische geweren ontworpen doch weinig landen voerden die in. Zelfs in de Tweede Wereldoorlog hadden alleen de legers van de Verenigde Staten en die van de Sovjetunie, in beperkte aantallen, semi-automaten in gebruik. De andere gebruikten grendelgeweren die gebaseerd waren op ontwerpen van eind negentiende eeuw.
Er zijn, afgezien van het Maxim 1884 machinegeweer, geen vol- of semi-automatische vuurwapens die bestemd zijn voor buskruit. Ook zijn er, afgezien van zeer recente ontwikkelingen, geen semi- en volautomatische wapens voor andere patronen dan centraalvuur en .22 randvuur.