De patroonrevolver
Bij de vuistvuurwapens vond een vergelijkbare ontwikkeling plaats. Het verschil was alleen dat het concept van het meerschotswapen al geaccepteerd was met de introductie van de revolver. Vanaf het moment dat achterlaadgeweren voor patroonmunitie verschenen werd dat concept ook toegepast in vuistvuurwapens. Initieel bij enkel- en meerloops ontwerpen maar later ook bij revolvers.
In de Verenigde Staten werd, in tegenstelling tot de situatie bij de geweren, het achterlaadsysteem voor revolvers gedekt door een patent dat zo breed was dat het elk te verzinnen achterlaadsysteem dekte. Dit patent, bekend onder de naam “Rollin White patent”, werd opgekocht door de firma Smith and Wesson die, nagenoeg tegelijk, een patent nam op een randvuurpatroon die erg leek op die van Flobert. Dit had tot resultaat dat, totdat het Rollin White patent in 1869 verliep, Smith and Wesson het enige bedrijf was dat in Amerika achterlaadrevolvers voor patroonmunitie kon produceren. Dit is de reden dat er zo veel rare systemen (zoals de voorlaad tuitvuurpatroon) op de markt kwamen. Die waren alleen bedoeld om de patenten van Smith and Wesson te ontwijken.
Smith and Wesson verkoos om initieel alleen revolvers voor randvuurpatronen te maken, daarmee optimaal gebruikmakend van hun twee patenten. Tegen de tijd dat het Rollin White patent verliep had de randvuurpatroon zich stevig genesteld in de markt en vele bedrijven volgden dit voortouw. Om sterkere patronen te kunnen gebruiken begon Smith and Wesson toen ook revolvers voor centraalvuurpatronen te produceren. Colt volgde al heel snel met het nu zo beroemde model 1873: de “Peacemaker”.
Rollin White of Smith and Wesson hebben nooit een patent in Europa genomen. De ontwikkeling van de revolver heeft in Europa parallel gelopen maar was daardoor toch anders. Er was geen patent dat alles blokkeerde dus er hoefden niet allerlei exotische systemen ontwikkeld te worden om dit te ontwijken.
Lefaucheux had zijn penvuurpatroon gepatenteerd tien jaar voordat Flobert met zijn randvuurpatroon kwam. Penvuur had zich op dat moment al goed in de markt gevestigd als praktische patroon voor achterlaadwapens met een of meer lopen. De patroon was niet geschikt voor repeteerwapens maar wel voor revolvers. Hoewel de randvuurpatroon toegepast werd in een aantal civiele en militaire wapens werd hij niet zo populair als in de USA maar werd hoogstens gebruikt voor schijfschieten. Nagenoeg tegelijkertijd met de USA (1869) werd, in Engeland, de centraalvuur achterlaadrevolver ontwikkeld.